Eindelijk bespreekbaar: Ventilatie Prestatie! | ClimaRad Skip to main content

VPA-tool

Eindelijk bespreekbaar:
Ventilatie Prestatie!

De huidige bouwregelgeving schrijft voor dat er ventilatievoorzieningen moeten worden geïnstalleerd in verblijfsruimtes en natte ruimtes en tevens wat de capaciteit van die voorzieningen tenminste moet zijn. Dit mogen zowel passieve ventilatievoorzieningen zijn (openingen naar buiten en kieren onder binnendeuren) als mechanische voorzieningen (ventilatoren). Het principe van deze regelgeving is niet specifiek voor Nederland bedoeld, maar is de actuele praktijk in nagenoeg alle EU-lidstaten. Verschillen hebben met name betrekking op de minimaal te installeren ventilatiecapaciteit. De noordelijke lidstaten hanteren vreemd genoeg hogere capaciteitseisen dan de zuidelijke lidstaten, waarmee dus ook de streefwaarden voor maximale CO2- concentraties in verblijfsruimtes tussen de lidstaten onderling verschillen.

Of deze ventilatievoorzieningen ook in de praktijk op de juiste momenten en in de juiste ruimtes de gewenste ventilatiestromen bewerkstelligen, is tot op heden – vreemd genoeg – geen thema. Alleen de aanwezigheid van ventilatievoorzieningen (passief of actief) betekent immers nog niet dat de gewenste luchtstromen ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. Vele factoren spelen hierbij een rol, en afhankelijk van het gekozen ventilatiesysteem varieert de kans dat de gewenste ventilatiestromen te allen tijde worden gerealiseerd. Meerdere monitoring studies hebben dit inmiddels al lang en breed aangetoond en geconcludeerd dat ook 'bouwbesluit-conforme' ventilatiesystemen ondermaats kunnen presteren. Maar er gloort hoop, nu de EVIA (European Ventilation Industry Association) een methode heeft geïntroduceerd waarmee de ventilatieprestatie tussen systemen onderling kan worden vergeleken.

Lees ook blog #4 - Hoe kies ik als woningeigenaar het juiste ventilatiesysteem?

VPA-tool

Tijdens de ISH in Frankfurt am Main in maart van dit jaar (2023), presenteerde de EVIA hun VPA (Ventilation Performance Assessment) tool en het bijbehorende IAQ-label. De onderliggende methodiek voor deze tool is ontwikkeld door VHK-Research Engineers en de Universiteit Gent.

Belangrijkste reden voor de EVIA om ventilatieprestatie duidelijker op de kaart te zetten, is het feit dat de kwaliteitsverschillen tussen ventilatiesystemen op dit moment niet zichtbaar zijn. Marktpartijen handelen nu in de veronderstelling dat ‘voldoen aan Bouwbesluit’ automatisch impliceert dat het wel goed zit met de ventilatieprestatie. Voldoen aan Bouwbesluit en zo laag mogelijke initiële kosten zijn nu de belangrijkste drijfveren. Het resultaat is helaas dat de binnenluchtkwaliteit in meerdere woningen en gebouwen nog veel te wensen overlaat. En omdat een aanpassing van Bouwbesluit-eisen in de diverse lidstaten een tijdrovende en praktisch onmogelijke opgave is (ook in Nederland zijn hiertoe pogingen ondernomen), heeft de EVIA besloten een tool te ontwikkelen waarmee in ieder geval zichtbaar kan worden gemaakt wat de verschillen zijn in ventilatieprestatie. Men hoopt hiermee een bewustwordingsproces op gang te brengen en zo een bijdrage te kunnen leveren aan de benodigde gedragsverandering bij marktpartijen. Van ‘zo goedkoop mogelijk’ naar ‘zo goed mogelijk’ binnen de randvoorwaarden van het Bouwbesluit.

Het is een vrijwillig label dat beschikbaar wordt gesteld aan alle leden van EVIA. Gelieerde fabrikanten hebben dus de vrije keuze om wel of niet een IAQ-label te gaan voeren. Ter verkrijging van het label, dienen de nodige product- en/of systeemspecificaties te worden aangetoond volgens de relevante EN test standaarden. Het EVIA-secretariaat zal een bijbehorende database aanleggen en beheren, opdat alle claims ook traceerbaar zijn. De verwachting is dat met name die fabrikanten die al de nodige R&D hebben gedaan en hun systemen hebben verbeterd, dit label zullen gaan voeren. De hoop is dat de overige fabrikanten eenzelfde route zullen volgen.

Figuur 1. Voorbeeld ter illustratie IAQ-label EVIA

Het principe

De VPA-tool berekent welk aandeel van de geïnstalleerde ventilatiecapaciteit gemiddeld daadwerkelijk wordt gerealiseerd in de verschillende vertrekken tijdens aan- en afwezigheid, en hoe zich dat verhoudt tot de gewenste ventilatiedebieten. De gewenste ventilatiedebieten zijn de debieten zoals voorgeschreven in de bouwregelgeving (voor zowel periodes van aanwezigheid als afwezigheid). Op basis van het type ventilatiesysteem (systeem  A, C, D of E, ofwel type ventilatievoorzieningen per vertrek), het type ventilatieroosters en ventilatie-units met alle bijbehorende eigenschappen, de toegepaste regelingen in verblijfs- en natte ruimtes, de geïnstalleerde minimum en maximum capaciteiten en het type woning en de bijbehorende luchtdichtheid, wordt bepaald welke luchtstromen in de verschillende vertrekken gemiddeld zullen worden gerealiseerd, zowel tijdens aanwezigheid als afwezigheid. Vele parameters worden hierbij in beschouwing genomen. Zo zullen ventilatiestromen die afhankelijk zijn van natuurlijk drijvende krachten niet altijd beschikbaar zijn en zullen handbediende ventilatieroosters en ventilatie-units niet altijd in de juiste stand staan. 

Mechanische ventilatievoorzieningen zullen niet altijd de gewenste luchtstroom leveren als het toevoerfilter vervuild raakt en een balansregeling ontbreekt. Ook wanneer sprake is van interne lekkage zullen de WTW’s de opgegeven luchtstromen niet kunnen realiseren. Bovendien zijn de veelal toegepaste sensoren in verschillende mate geschikt voor hetzij natte ruimtes, hetzij verblijfsruimtes en zal hun bijdrage aan de gerealiseerde luchtstroom afhangen van de plek waar ze hangen (lokale versus zonale of centrale sensoren).

Kortom, praktisch alle relevante parameters worden meegenomen in deze VPA-tool. Het is dan ook een uitermate complex en langdurig proces gebleken, om alle betrokken fabrikanten uit de verschillende lidstaten met ieder een eigen ventilatiecultuur, op één lijn te krijgen. Maar het resultaat mag er zijn en hopelijk gaan nu ook de marktpartijen aan de vraagzijde (woningcorporaties, projectontwikkelaars, bewoners verenigingen etc. ) voortvarend met dit label aan de slag.

Een rekenvoorbeeld

Ter illustratie worden hieronder vier varianten van frequent toegepaste ventilatiesystemen in Nederland met elkaar vergeleken met behulp van de VPA-tool. Als eerste zal het standaard systeem C (centrale mechanische afvoer) met standaard toevoerroosters en een 3-standenschakelaar in de badkamer worden bekeken (systeem C1). Als tweede, een meer sophisticated systeem C met een centrale vochtsensor, een CO2-sensor in de woonkamer en drukgeregelde luchttoevoerroosters (systeem C2). Het derde systeem is een centrale WTW met balansregeling en een CO2-sensor in de woonkamer en hoofdslaapkamer (systeem D). De laatste variant is een systeem met lokale WTW-units in de verblijfsruimtes en lokale afzuigunits voor de natte ruimtes (systeem E). Voor de VPA-berekening van systeem E zijn de productspecificaties van ClimaRad gebruikt.

Al deze systemen zijn geplaatst in eenzelfde woning: woonkamer met open keuken, apart toilet en twee slaapkamers met een verwarmd oppervlak van totaal 92,4 m2 en een qv10 van 0,5 l/s/m2.

Tabel 1. Ventilatieprestatie van enkele veel voorkomende systemen volgens de VPA-tool

Conclusie

Voor de duidelijkheid, in principe is het mogelijk om met alle systemen (C, D, E) acceptabele ventilatieprestaties te behalen. Het systeem zal dan wel over de juiste eigenschappen, de juiste controls en wellicht hogere te installeren capaciteiten moeten beschikken om dit te kunnen realiseren. In de huidige praktijk wordt daar echter onvoldoende rekening mee gehouden, simpelweg omdat er geen methode bestond om dit te toetsen en voor iedereen zichtbaar te maken. Dat is nu verleden tijd. Het is van harte te hopen dat de markt hiermee voortvarend aan de slag gaat.

Binnenluchtkwaliteit is een uiterst belangrijke factor voor het welzijn van alle mensen, die gemiddeld bijna 70% van de tijd binnen de muren van een woning/gebouw doorbrengen. Bovenal is het te hopen dat ook de bouwregelgeving ‘de mazen in de wet’ verkleint en daarmee toepassing van slecht presterende ventilatiesystemen belemmert.

 

E.T.

Contact

Wij staan voor u klaar

Bellen mag ook: +31 (0) 541– 358 130